Mijn marktvisie:
- Geografische dekking. In de meeste landen heeft de telco een voorsprong in geografisch opzicht. Nederland en Belgie zijn uitzonderingen, omdat de kabel er een dekking heeft die bijna net zo groot is.
- Geografisch territorium. In Europa zijn PTT's landelijk actief, in de VS, Canada en China hebben de PTT-achtige bedrijven de markt onderling geografisch verdeeld. Dat laatste geldt ook voor de kabelbedrijven, met als uitzondering Virgin Media in Groot-Brittannie (maar dat heeft dan weer geen landelijke dekking, maar slechts >50%) en Ono in Spanje (evenmin landelijk dekkend). Het gevolg van deze situatie is wisselend: in de VS heerst een duopolie (telco vs. cableco), terwijl in Europa 'open access' verplichtingen gelden voor PTT's. Dat schept de mogelijkheid van LLU (eigen DSLAM's van alternatieve operators in de centrales van de PTT).
- Modernisering. Daarnaast speelt de mate van modernisering van de kabel een rol (d.w.z. digitalisering en tweeweg). Ook die wisselt sterk per land. De VS, Canada, Japan en Singapore zitten in de voorhoede. Zij hebben een infrastructuur die grofweg bestaat uit FTTC (glasvezel tot de straatkast) + coax. Nederland volgt al snel, maar Duitsland is een notoire achterblijver (daar is breedband via de kabel een nieuwe markt). Wat de telco's betreft, behoort KPN tot de voorhoedespelers. KPN werkt aan een FTTC + koper netwerk.
- DSL en DOCSIS. De uiterste mogelijkheden (afgezien van glasvezel doortrekken tot de consument) verschillen eveneens. Op koper laten de telco's DSL (of xDSL) technologie los. De nieuwste variant is VDSL2, met een maximum van 100 Mbps (downstream). Er is echter een sterke afstandsafhankelijkheid. De maximale bandbreedte is alleen beschikbaar voor abonnees die op slechts een paar honderd meter van de straatkast wonen. Op coax passen de kabelbedrijven DOCSIS toe. De nieuwste variant is DOCSIS 3.0, met een theoretische grens van 160 Mbps. Een bekend nadeel van de kabel is dat de bandbreedte gedeeld moet worden door een buurt (doorgaans 32 aansluitingen), maar in de praktijk speelt dit tegenwoordig nauwelijks meer een rol. Conclusie: in ontwikkelde landen heeft de kabel een voorsprong.
Wat de kabel betreft is dit artikeltje het lezen waard: het schetst de ontwikkelingen bij CableLabs, het R&D-huis van vooral de Noord- Amerikaanse kabelbedrijven, maar ook Liberty Global (moeder van o.a. UPC) en StarHub (Singapore). CableLabs werkt met name aan DOCSIS 3.0 (zie boven) en OCAP. De laatste technologie maakt interactiviteit in TV-programma's mogelijk (stemmen, interactieve reclame's, t-commerce).
Ten slotte: een aardig speculatief aandeel is Vyyo. Dat levert technologie aan kabelbedrijven om efficienter met de beschikbare bandbreedte om te gaan. Persoonlijk klinkt het mij in de oren als een lapmiddel (dat achterhaald is zodra we overgaan op glasvezel), maar er stromen wel degelijk orders binnen bij Vyyo. Dat heeft geleid tot een koersverdubbeling.
1 comment:
Post a Comment